Een jaar en een hoop gedoe verder konden we eindelijk weer richting loopgraven.
We hadden een wandeling op Ornes in gedachten maar daar was het bos zodanig doorweekt door maandenlange regen dat we zijn uitgeweken naar het hoger gelegen bos op de heuvel van Froidmont, La Cote.
We zijn er al eerder geweest maar hebben daar toch het een en ander gemist. En inmiddels weet ik dat we nóg een keer terug moeten.... Er staat ook na deze dag zoeken nog steeds iets op onze verlanglijst (helaas).
We spreken af met Marij bij de tafel in de buurt van de kapelletjes. Nog aan de weg daar naar toe ligt een massagraf.
De weg naar Bouxières is vanuit Nederland niet heel mooi. Vooral snelweg tot Pont-a-Mousson, waar de weg richting de Argonnen of Verdun het laatste uur vooral over binnenwegen gaat. Zodra je van de snelweg af gaat begint voor mij het weekend.
Want pas dan zie je dat de velden al helemaal geel van het koolzaad staan. Dat het groen al begint te komen (alhoewel ik daar nu eigenlijk nog niet echt heel veel van wil zien). Overal maretakken. Dit is aan de voet van de heuvel.
Daar bevinden zich ook een aantal bunkers en kapelletjes.
De grens van 1870 lag over de zuidrand van La Cote. We zien de bornes nog her en der. Na het begin van de oorlog is deze zuidrand snel door de Duitsers veroverd en lag het niemandsland tussen de heuvels van Froidmont en die van Xon in. Het front was redelijk rustig maar nooit heel ver weg.
We lopen het pad op. Al snel aan de linkerkant de eerste bunker met een ovalen inkeping waar wellicht ooit een inscriptie heeft gezeten.
Als je het pad verder doorloopt naar achteren, zie je een kunstwerk en kijk je via de TGV naar de overkant, waar het zwaar bevochten Bois le Pretre ligt.
Vandaar is het een klein stukje naar een van de mooiste bewaard gebleven bunkers die ik ken, de Grauer Bär. Van het LIR30 weten we zeker dat ze hier hebben gelegen. We komen de inscripties op meerdere bunkers tegen vandaag.
De tekst op de inscriptie is Kölnisch. Het lijkt wel gewoon Limburgs.
De vorige keer hebben we de inscripties van de Amerikanen gemist. Zij hebben de heuvel niet veroverd maar na de overgave hebben zij er wel gezeten.
Op de eerste foto de nog steeds felblauwe rand. Op de tweede foto 2 inscripties, Gitzhoffer 1918 Monnier (?). Daaronder Louis Ricci BX N.Y.C. (Bronx New York City). Op de derde foto staat Jack Payne.
Vandaar naar de (vermeende) Hospitaal bunker. Vermeend omdat er geen vermeldingen van een hospitaal zijn te vinden. Verder zijn de gangen erg smal, je kunt er amper iemand op brancard vervoeren.
Ook hier nog originele kleuren én een boodschap van de Amerikanen, MSG-CEN. Message Centre.
We lopen over het pad door naar de Krähen-Hütte. Voordat we daar aankomen vinden we een restant deksels en onderkanten om granaten mee te vervoeren. Drie per setje. Nog nooit gezien.
Dan de Krähen-Hütte
Langs de noordelijke rand van het bos lopen we door een (beschermd) kalksteengebied, dat deel uitmaakt van de pelouses calcaires de Lorry-Mardigny. Hier liep ook de Frans-Duitse grens van 1870 waarvan nog grenspalen met de letters D en F zichtbaar zijn.
Vanuit deze kant heb je nu zicht op Metz, zo'n 40 kilometer verder.
Hier gaan we tevens lunchen.
Hier liep ook een funuculaire, een kabelbaan. We denken het spoor te hebben gevonden.
We duiken het bos weer in. Soldaat Pouget. De eerste Franse soldaat die is omgekomen in de eerste wereldoorlog....nadat de oorlogshandelingen waren afgekondigd.
En een waterput er vlak achter.
Op naar Westphalenblick. Pracht exemplaar. Met bewoner deze keer.
En volgens de inscripties zijn er zeker ook andere eenheden aan het bouwen geweest dan het LIR30: het 2. Ersatz Battallion en het 2. Königl. Bayer. Fuss Artillerie Regiment
En dan...ja dan. Dan gaan we op zoek. Naar een bunker waarvan ik de naam hier nog niet noem. We hebben een foto gezien met een mooie inscriptie. Grote bunker en bestaat nog steeds. Ik heb in mijn netwerk overal rondgevraagd. Niemand kent hem. Ook de bouwer van de website gevraagd en hij gaf wel een paar (vage) aanwijzingen. Wij op pad dus. Hoop gezien en gevonden.
Een paar abreuvoirs gevonden
Maagdenpalm in het bos. Mooi.
We vinden een bunker met een mooie tekening, onbekend wat het is.
Een oude foto over een officierswoning op La Cote. Erg mooi afgewerkt. Rustig front.
Tenslotte komen we het bos uit en lopen we nog even naar de Schreibstube en de bunkers vlakbij de parkeerplek.
Ofwel, we zijn rond. En we hebben onze bunker niet gevonden!
En gezocht hebben we, geloof me. Dus helaas, geen informatie totdat ik de bunker ooit zelf vind.
Op naar een pilske, we hebben het verdiend. We slapen weer in het B&B hotel Verdun. Niks bijzonders. Maar de gastvrouw is super vriendelijk en de biertjes zijn tegenwoordig 33cl in plaats van die kleine shizzle flesjes. De kersen op de taart.
Poepoe, lekker.
Eten in de Buffalo Grill. Dat was spannend na die lap leer van de vorige keer. Nu was die van mijn broeder redelijk goed, de mijne wederom te doorbakken. Á point, my ass.
Soit, pilsje maakt veel goed na zo'n dagje.
De tweede dag gaan we wandelen in het Bois de Breuil. De voormalige Starosteweg en Kronprinzenweg waar veel kampementen waren. Doorvoerhaven naar de slachtfabriek van Verdun.
Een deel aan de andere kant hebben we al eens onderzocht. Daar ergens staat bijvoorbeeld de 'Heil, Kaiser und Reich' bunker.
Gisteren was een lekkere 20 graden en zonnetje, vandaag wordt het 24 graden met een zonnetje. Wat een geluk na al die regen de laatste maanden.
Vorige keer hebben we vergeefs de stèle Kronprinzeneiche gezocht. Niet heel moeilijk te vinden maar wel als het hele bos vol omgehakte bomen ligt. Dat is nu niet het geval. We vinden hem dan ook redelijk snel. Maar moeten er wel weer helemaal voor omlopen vanwege het moeras voor onze neus.
We gaan terug naar de andere kant en beginnen bij de Starotseweg.
Al snel vinden we Veste Druff
En Telefon
En door. Dit bos is andere koek dan gisteren. Ik begrijp het voorstel van Marij om een wat hoger gelegen bos uit te zoeken. Dit bos ligt laag en is zeiknat. En dan is het water alweer wat gezakt ten opzichte van enkele weken geleden.
Een grote bunker in het geschtrupp met een levensgrote boom er bovenop. Mooi houtwerk van binnen maar helaas niet begaanbaar nu.
Wet wet wet
Er liggen veel bunkers en er was hier ook een pionierpark. Altijd kans op wat leuke bodemvondsten. Maar daarvoor kun je vandaag beter een snorkel meenemen :)
Bunkers met fotogenieke H-balken. En dito bloemetjes.
Artilleriestellingen
En een observatiebunkertje dat al heel lang op mijn verlanglijstje staat. Waarom? Vanwege die geweldige boom die dwars door het dak groeit.
Kan ik eindelijk afstrepen.
En tenslotte een artillerie bunker met speciale vorm.
We zoeken nog naar de vermoedelijke locatie van een voormalige Duitse begraafplaats. Maar we vinden geen enkel herkenningspunt.
We gaan het bos uit. Er is hier nog heel veel meer te zien en vinden. Maar die drassige grond, het zoeken gisteren, we zijn er moe van. We gaan nog een paar 'inkoppertjes' meepakken.
De graven bij het Gersdorflager bijvoorbeeld. We hebben een coördinaat. Maar die klopt niet. Alles afgezocht, niet gevonden. Shit happens.
Dan nog even naar een Duits begraafplaatsje bij Amel-sur-l'Etang. Niet heel bijzonder, wel mooie bloemetjes in het gras.
C'est tout. We gaan weer op huis op aan. Mooi geweest, over 3 weekjes mag ik weer.