maandag 23 mei 2022

Romagne 14-18 - 21 mei 2022

Vandaag is er een donateursmiddag gepland door museum Romagne 14-18 bij het EECEW in Den Bosch.

Bedankjes, lezingen van Diederik van Vleuten en Leo van Bergen, fototentoonstelling van Marco Machielse. 

Was nog nooit op dit terrein geweest terwijl het toch een thuiswedstrijd is.Het is dan ook geen echt slagveld natuurlijk.

Leuke middag en boek Road to Romagne aangeschaft. Hoogtepunt voor mij waren de foto's van (en klets met) Marco en de lezing van Diederik. Huiswerk: waarom gaan we eigenlijk naar de slagvelden?


















woensdag 11 mei 2022

Rondje Ieper - 7 mei 2022

 Verjaardagscadeautje voor Walter, een dagje highlights Ieper. Voor hem de eerste keer.

De eerste indruk is een daalder waard, Tyne Cot.
































Memorial Museum Passchendaele



























Via R.E. Grave en de kraters naar Hill 62, Sanctuary Wood





 















Hill 60 (met wandelpad)
















Kruisstraat. Daar waar ik 15 jaar geleden mijn eerste granaat vond. Er worden er nog steeds gevonden.
















Spanbroekmolen, the Pool of Peace













Vandaar is het een klein stukje naar Lone Tree cemetry. Bijna alle doden zijn gevallen op 7 juni 1917, gelijk met het ontstaan van de krater.














Gewoon onderweg ergens
















Bayernwald, je kunt voortaan online tickets bestellen, ideaal.
















En, uiteraard, de Khaki Chums Christmas Truce memorial

















In Ieper lekker eten bij de Kolle Bloeme met een Hommel biertje. En chocolaatjes bij De Groot natuurlijk.

En de Last Post, dat was weer lang geleden. Toch weer best  druk moet ik zeggen. Ook veel Engelsen. Met een doedelzakkenbandje on the side.

















Het was voor mij bijzonder om Walter onder te dompelen in de loopgraven. We hebben gezellige klets gehad en Walter heeft weer een hoop nieuwe indrukken te verwerken gehad. 

Next stop de Somme :)

dinsdag 10 mei 2022

Argonne - 22 en 23 april 2022

 

We beginnen de dag met een rondje Gruerie. Op en rond de Ost-West Schneise hebben de Duitsers een aantal Waldfriedhöfe aangelegd. Deze gaan we zoeken. Vorige keer hebben we IR124 niet kunnen vinden (IGN klopt niet exact), GR123 willen we nogmaals bezoeken. Nooit eerder bezocht zijn IR118 en IR67.

Het eerste kerkhof is die van het IR124, samen met het RIR73. Het RIR73 heeft hier een mooi monument geplaatst, l’Aigle. Het IR124 was overigens het regiment waarin Rommel diende in die eerste jaren. 

Volgens Feldgrau werd in 1980 het bos opnieuw aangelegd en werd er door de begraafplaats een weg getrokken. Dwars over het monument en de sokkel. In Feldgrau staat een foto van hoe het monument er daarna bij lag. Een plaatselijke vereniging heeft de brokstukken onder haar hoede genomen en sindsdien staat het te pronken op Camp Moreau. Je ziet de sokkel midden op de weg liggen en langs de kant zie je nog andere resten.





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 






 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende stop is een vervallen Citroën busje. Beetje urbex, niet WO1. 




 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daarna het voormalige kerkhofje van het IR118. Beetje onbekend maar er resteert nog een flinke sokkel op de plaats waar ooit het monument heeft gestaan. Dat moet wel een groot monument geweest zijn. Er zijn geen foto’s van bekend. Er ligt ook nog een versierde steen.

 




 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door naar het kerkhof van het GR123. Ingewijd op Totensonntag 2 november 1915. Op het monument stond een groot Christus beeld. Dat is in 1942 gered door de bewoners van Vienne-le -Chateau en naar de kerk gebracht. De Christus figuur zelf hangt daar nu nog steeds.

 







 

 

 

 

 

 

 

 

We zijn hier al eerder geweest. Het ligt er prachtig in de bossen, serene rust, fluitende vogeltjes. Maar ook hier is flink aan het bos gewerkt. Het bos is uitgedund. Er is heel veel licht. De bosbouwers hebben het monument wel met respect behandeld. De bankjes er omheen staan er nog. Ook in 2016 was de rugleuning van het ene bankje al omgevallen.






 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het kerkhof van het IR67 was een groot ommuurd kerkhof met een monument. Ook hier hebben de bosbouwers weer hun sporen nagelaten. Het bos dat op de begraafplaats groeide is gerooid. Langs de kant ligt nog een hoopje stenen. Tussen de stenen ligt een omgevallen anonieme grafzerk. Dat maakt dit kerkhofje nog speciaal. Er ligt ook nog een hoeksteen van de bovenkant van het monument, van de rest geen spoor. Met een beetje goede wil zou je tussen de hoop stenen nog resten van de sokkel kunnen zien. Een tijdje geleden lag de ijzeren krul van de poort er ook nog. Die is inmiddels verdwenen.






 

 

 

 

 

 

 





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We lopen terug via de loopgraven. Flinke stellingen.





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We vinden wat sporen van een loopgraaf mortier (is ons verteld) bij een stuk rails.





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En twee bunkers. Onbekend waarvoor deze gediend hebben.





 

 

 

 

 

 

 





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We lunchen in de auto want om 14u hebben we weer een afspraak met Jean Paul. Tijdens de Corona jaren had hij enkele acties op poten gezet om zijn museum te redden. Wij hebben hem toen ondersteund. 

Jean Paul had het druk. Er kwamen schoolkinderen uit Vught over voor de BBQ. Met een bevlogen geschiedenis leraar die Jean Paul ooit heeft leren kennen en zodoende de school lekker gemaakt voor een jaarlijks terugkerend uitje naar de Argonne. Op een leuke manier geschiedenis lessen volgen. Had ik ook wel gewild vroeger. Wij hadden alleen boeken, en tóch vond ik geschiedenis het leukste vak.

Als eerste een fles Duitse kruidendrank van Steinhagen. Er staat geen alcohol% op maar het is een ‘spirituose’, een soort jenever.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En een Amerikaans Gillette scheermesje. Toevallig zag ik een dag later in een museum hetzelfde scheermesje liggen.




 

 

 




We mochten zelf kiezen wat we wilden zien. We kozen voor een tochtje met de auto naar een paar plaatsen in de omgeving.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als eerste reden we naar het voormalige Duitse vliegveld van Cunel 😊. Het ligt tussen twee hellingen en een deel is wat afgevlakt. Je ziet nog een paar putten in het veld. Vanaf dit vliegveld stegen Duitse vliegtuigen op om verkenningsvluchten boven de Argonne te maken of, met de hand, bommen te gooien op de vijand.





 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter het hek ligt een monument voor 2 gevallen piloten achter een hek. Er is niet veel bekend over de twee piloten, wel dat ze Ohrlen en Horstmeyer heten van de FeldFliegerAbteilung 34




 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vervolgens naar de burger begraafplaats van Cunel. In september 1914 hebben de Duitsers 6 bewoners van Cunel gefusilleerd, waaronder een kind. De gefusilleerden liggen hier begraven. Mort pour la France.




 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het verhaal gaat dat de executie heeft plaats gevonden achter kerk in Cunel. Daar is inderdaad veel schade aan de muur te zien. Dergelijke executies werden vaker uitgevoerd in 1914 door de Duitsers. Daar weten de Belgen ook alles van.




 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We lopen nog even door de tuin van JP. Ook daar kun je van alles vinden. Worden de bossen in de Argonne steeds leger, koop dan een huis in Cunel en ga in de tuin graven. Geheid dat je van alles aan treft. Ik vond er zelfs een grote kogel uit de periode van voor de eerste wereldoorlog.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Cunel staat nog een schuur met een opschrift van een regiment, ‘REG F’.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan het verhaal van de Lt. Samuel Woodfill, gedecoreerd met een Medal of Honor. 


 

 

 

 

 

 

 

 

Vanaf deze plaats schakelde hij een mitrailleursnest uit in de bosjes hiervoor. Toen schakelde hij een sniper uit die in het huis daar achter. En tenslotte had hij een klein kanon nodig om de sluipschutter in de kerktoren te elimineren.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

We lopen het Porta lager in. Dit was een enorm lager. Vroeger lag hier van alles, inmiddels is het nogal leeg geroofd. Links en rechts is nog wel wat te zien, bijvoorbeeld waar een keuken heeft gestaan. Ook hier heeft de houtkap grote open plekken achter gelaten. En dus veel onkruid. Over een paar jaar kun je hier niet meer komen.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We lopen langs een tijdens de grote storm van 2021 omgevallen boom. Even kijken zegt JP. Hij vind een kogel, een knoop, nog een kogel. ‘Niets zeggen’, zeggen wij. Wij gaan de tweede kogel proberen te vinden die hij al heeft gezien. We weten ongeveer waar hij hem vond. Met zijn 2-en kijken we, en kijken we, en kijken we. JP lacht en zegt dat ie zelfs voor tweederde zichtbaar is. De ‘gouden tip’, na een paar minuten zie ik hem.



 

 

 

 

 

 

 

 

 

De man heeft een zesde zintuig voor dit spul. Ik vind nog een hak van een Duitse laars. Een ontsteker zit verpakt in de klei. Lekker laten zitten.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laatste stop is de burger begraafplaats van Romagne zelf.

“Frankrijk 15 oktober 1917. Beschuldigd van spionage en hoogverraad liep de ter dood veroordeelde 41-jarige Mata Hari naar de plek van haar executie. Haar advocaat en een non begeleidden haar. Op bevel van een officier openende het twaalfkoppige executiepeloton het vuur.

Een van de leden van het executiepeloton was de jonge Franse soldaat Maurice Halbin. Zijn hele leven droeg hij een schuldgevoel met zich mee, zo verklaarde hij tijdens een interview met een Franse krant in 1995. Halbin kon zich nog herinneren dat Mati Hari glimlachte en weigerde een blinddoek te dragen. Ook vergaf zij de soldaten. “Ik geloof, ik hoop dat ik degene uit het vuurpeloton was met een losse flodder” aldus Halbin op 97-jarige leeftijd. Twee jaar later stierf hij op 99-jarige leeftijd in Romagne-sous-Montfaucon en werd daar ook begraven. Op zijn graf ligt een kopie van de Légion d'honneur, de hoogste en belangrijkste Franse onderscheiding.”



 

 

 

 

 

 

 

 

 

We gaan terug naar Romagne. Lopen door het museum, kletsen wat, en drinken het welverdiende biertje op het terras bij JP. Ik koop en passant nog een gemankeerde Franse Lebel voor een habbekrats. Met kromme loop, zo moet het zijn.





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan naar de B&B in Montfaucon van Maarten & Didi. Daar wacht nog een verrassing. Didi had een fout gemaakt en we zijn met 1 kamer overboekt. Of dat een probleem is. Ja dat is een probleem. Ze vindt het echt erg en gaat voor ons bij bevriende B&B houders op zoek naar slaapplekken. En dat lukt, bij Ian Moore in Dun-sur-Meuse. Maar we drinken eerst nog een biertje op het terras, het is (al de hele dag) lekker weer namelijk. Didi maakt eten en het is heerlijk! Daarna moe en voldaan op pad naar Dun-sur-Meuse. Ian verwelkomt ons hartelijk. Wij gaan gelijk naar de kamer.

Als een blok in slaap gevallen. De kamer ligt net achter het standbeeld in Dun, naast de Maas. Prachtig uitzicht.



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende dag ontbijten we samen met een groep crossers uit Nederland. Gezellig. We blijven na het ontbijt nog wat hangen bij Ian. 

Ian is een vriendelijke, interessante man en bijzonder handig bovendien. Hij heeft zijn eigen motor gemaakt, hij heeft in 2003 de B&B als bouwval gekocht en zelf opgeknapt. En hij is gun smith. Hij heeft pistolen en geweren uit vooral de periode vanaf 1860. Cowboy tijd. Hij knapt ze zelf op (heb nu geleerd dat een ex-bekende mijn vorige elektrolyse poging van een granaat niet goed heeft uitgevoerd). De bewegende delen zijn als nieuw. Munitie maakt hij zelf. Hij heeft geschiedenis gestudeerd aan de uni in Engeland. Tijdens zijn studie geen woord over Amerikanen. Later hoort hij ervan en verliest zijn hart aan dit gebied en hij verhuist.

 












We moeten door, we hebben afgesproken met Maarten voor een wandeling door Montfaucon.

Vanaf de B&B is het een klein eindje naar het voormalige dorpje Montfaucon op de heuvel. Het heeft een geschiedenis dat vele vele eeuwen terug gaat. Er is hier nog een slag geweest met de Vikingen. Maar ook de Romeinen zijn hier geweest. 

Logisch ook want vanaf de strategisch gelegen heuvel heb je een perfect uitzicht over vele kilometers vlakker land rondom.












We leren weer veel vandaag. We zijn in 2011 al eens op eigen houtje in Montfaucon geweest. Maar met context krijgt het meer diepgang. Maarten weet veel en vertelt honderduit.

Montfaucon is toeristisch en de bunkers zijn redelijk platgetrapt. Als wij er zijn is er niemand.

We beginnen voor het monument. Dat is al zo’n drie jaar gesloten wegens een of ander dispuut. Op het monument tekens die lijken op de fascio.
















Montfaucon was een dorpje waarvan de huizen van binnenuit verbunkerd werden door de Duitsers. Buitenkant huis, binnenkant bunker. Gedurende de oorlog en de bombardementen worden de stenen van de bunkers afgeschoten en ontstaan er grote hopen rommel rondom de bunkers. 





















Er liggen heel veel bunkers..

















Op de oude begraafplaats heeft een graf nog als observatiepost gediend. Daar is niets meer van terug te zien.


 












Het voormalige klooster. Maarten laat foto’s zien van de situatie in of net na de oorlog. De spleet van de bunker in de kerk is nu meer dan 2 meter hoog. Toen was het op vloerhoogte, zo hoog lag de rotzooi. Niet voor te stellen.




 




























































Een voormalige school. De huidige schoolkinderen houden de trap nog elk jaar schoon.  Bevlogen dorpelingen.












Iets buiten de platgetreden bunkers ligt nog een elektriciteitsbunker. Bijna aan het oog onttrokken.













Chateau Leriche. Hospitaal tijdens de oorlog? In het interbellum een toeristische trekpleister van formaat. Er stond een betonnen observatiepost in het chateau. Nu zie je er niets meer van, er komt geen hond meer.













Een calvaire. De Christus figuur is hier wel erg gehavend, doet me denken aan de Knights-who-say-ni. Op het monument zijn inscripties gemaakt, bijna niet te zien. Als de zon er op een bepaalde manier op staat is het wel een beetje te zien. Nu niet.

















Helemaal onvindbaar ligt nog een blinkstelle. Met inscriptie, ‘Ruprecht 1917’ moet er staan.































 

 

 

 

 

 

 

 

Dan nog even naar hun museum. Ze zijn verhuisd van Nantillois naar Montfaucon. Het museum is nog niet helemaal af, alleen de benedenverdieping is (grotendeels) gedaan. Het ruikt allemaal nog naar verf. Mooi gedaan hoor, petje af. Hoop werk! De focus ligt hoofdzakelijk op de Amerikanen.














Nog wat souvenirtjes meegenomen. Foot powder en een doosje dat bij de Lebel hoorde om olie/vet en, aan de andere kant, een kettingkje om door te smeren, in te bewaren.

















We gaan door. We willen zelf ook de ravage zien die er in Gruerie is aangebracht. De schorskever doodde de naaldbomen, de bosbouwers hebben ze weggehaald.

Het is niet terug te herkennen, het hele bos rond Pi20 is weg. Gewoon weg. Je kunt van Pi20 zo naar Pi16 kijken. Je krijgt een indruk van de woestenij zoals dat er kort na de oorlog moet hebben uitgezien. Ik vind het ongelofelijk en fascinerend tegelijkertijd.

Pi20 en Walhalla zijn redelijk gespaard gebleven.
































































 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wij rijden richting Apremont. We komen langs de bosweg waar we gisteren met de auto zijn ingereden.  De afsluitboom is dicht, op slot. Wij dachten dat deze eigenlijk altijd open was, we hebben gisteren dus behoorlijk gemazzeld. Gevalletje eens maar nooit meer.

We willen al heel lang eens de Mudra blinkstelle en de HVP bekijken. Mooie afsluiter. Er vallen een paar druppeltjes, we stoppen er mee. We moeten nog een eind rijden. 














































Op de terugweg vind ik nog een kop van een granaat.