Dit weekeinde weer een paar winterse wandelingen mogen
maken. Deze keer in het Bois de Gremilly en de Kieselbachstellingen rondom
Thionville. Met name die laatste is vreemd terrein want niet echt eerste
wereldoorlog gebied.
Qua weersomstandigheden hebben we alles langs zien komen,
behalve zon. Temperatuur een stabiele -4 en windstil, prachtig wandelweer.
Echter, nog in de auto kregen we een klein buitje waarbij de regen gelijk aan
de voorruit vast vroor. Dat was een primeur voor ons en gelukkig was dit weer
snel voorbij. Verder deze dag af en toe een klein buitje gehad (niets vergeleken
met vorige trip), ijzel, beetje hagel dat later overging in sneeuw. We
eindigden de dag in wit besneeuwde bossen. De volgende dag was droog maar begon
erg mistig. Al met al uitdagende fotografische omstandigheden.
In het Bois de Gremilly liggen twee wegen die in 1916 belangrijk waren voor de aanvoer van Duitse troepen naar het Verdun front, de Kronprinzen weg (de D105) en de Staroste weg (ten zuiden van de D105). Langs deze wegen lagen veel kampementen, en diverse stellingen liepen dwars op en over deze wegen. Daarvan is nu nog een en ander te zien.
Als eerste op zoek naar een voormalig Duits stationnetje in het Bois de Gremilly. Het ligt mooi langs een stroompje waarover een stuk rails ligt als bruggetje. Zeldzaam overblijfsel. Daarbij was het stroompje bevroren en lag er sneeuw op. Al met al een mooi stukje bos.
Als eerste op zoek naar een voormalig Duits stationnetje in het Bois de Gremilly. Het ligt mooi langs een stroompje waarover een stuk rails ligt als bruggetje. Zeldzaam overblijfsel. Daarbij was het stroompje bevroren en lag er sneeuw op. Al met al een mooi stukje bos.
Op zoek naar de Kronprinzen Eiche. Een steen waarvan de locatie toch niet echt geheim is maar die we toch niet hebben kunnen vinden. Het moet redelijk vlakbij de kruising met de Kronprinzen strasse staan, Tommy heeft op het forum al aangegeven waar het moet liggen. Echter, het hele kruispunt is zwaar onder handen genomen door bosbouwers en ligt vol met omgehakte bomen. Zo zie je maar, wat op voorhand een zekerheidje was hebben we niet kunnen vinden. Nu maar hopen dat die bomen niet óp de steen zijn ‘neergelegd’.
Aangezien we nog meer te doen hebben zijn we verder getrokken naar het stukje bos vlakbij Les Crocs. Daar liggen in de bossen een paar bunkers waaronder één met het opschrift ‘Heil, Kaiser und Reich’ en een blinkstelle aan het inmiddels volkomen droogstaande Étang des Crocs. Dat laatste kun je overigens niet zeggen van de meeste bunkers die we vandaag tegenkomen.
Allereerst op zoek naar de ‘Heil, Kaiser und Reich’ bunker. Deze is schoongemaakt door Frederic Radet. Elke keer lopen we hier weer tegenaan. Wat een werk verricht hij toch allemaal in de bossen rondom Verdun! Maar voordat we bij deze bunker zijn, zien we eerst een paar andere bunkers.
Onverwacht op een groepje bunkers vlak langs de weg gestoten. Overal in de bevroren loopgraven zie je dierensporen in de sneeuw. Naderhand blijkt dat dit het voormalige Hannover-lager is geweest.
Daarna op zoek naar een aantal bijzondere bunkers boven Pierreville. Wij zijn aangelopen via de bossen, niet vanuit Pierreville. Al met al een flinke tippel. Ze lagen niet op de plaats waar we ze verwachtten maar uiteindelijk toch gevonden. Een paar observatiebunkers waarvan twee bunkers zijn versierd met ingemetselde granaten. In één observatiebunker zou een doorgang met origineel trapje hebben gestaan maar de bunkers waren niet toegankelijk. Ze stonden vol met niet erg stabiel ijs. Eén ‘granaatbunker’ is weer schoongemaakt door Frederic. Mooie zeldzame exemplaren.
Van daaruit terug naar de auto en een stukje verder gereden over de voormalige Kronprinzen Strasse. Daar de bunkers bezocht waarvan Tommy eerder ook al verslag van heeft uitgebracht op het forum. Inmiddels in een volledig wit landschap.
La Face Cachee |
Het schepje staat er nog |
Hierna zijn we bos uitgegaan voor een klein rondje fotomomentjes in Azannes, Gibercy en Merles-sur-Loison. Eerst de Duitse begraafplaats van Azannes II bezocht.
Op weg naar Gibercy kwamen we bij een ‘barrage routier’. Benieuwd wat ze hiermee dachten tegen te houden, geen tanks neem ik aan.
Vervolgens naar Gibercy waar we achtereenvolgens de Badener- en Barbaren bronnen tegenkomen. De Badener bron is geen schim meer van wat er ooit geweest moet zijn. In de zomer kun je niet eens zien dat er überhaupt iets onder de bramenstruiken verborgen ligt.
Dan naar Merles-sur-Loison. Volgens La Face Cachee en Markus Klauer is op de voordeur van het huis aan de Rue de Vaux 7 een oude tekst ‘Lazarett..’ zichtbaar. Op streetview kon ik dit niet zien, maar daar kun je niet erg goed inzoomen. Daar aangekomen blijkt de plakaat waarop de tekst stond inderdaad niet meer aanwezig te zijn. Weggehaald door de bewoner, gestolen?
Tenslotte naar de vervallen Duitse watertoren gereden die net voorbij Merles-sur-Loison in de bossen ligt.
En dan is het genoeg geweest voor vandaag. Terug naar het hotel in Verdun en daar genieten van een paar welverdiende biertjes en een lekkere steak na een dagje heerlijk in de buitenlucht te hebben doorgebracht.
De volgende dag weer vroeg op pad na een on-Frans stevig
ontbijtje. Onderweg komen we langs Fort des Sartelles. Alles militair terrein,
maar de toegankelijkheid van dit fort is wel erg verleidelijk.
Natuurlijk op slot maar je kunt buitenom wat aardige plaatjes
schieten. In een witte, koude, mistige ochtend. Via
de vrij grote ramen kun je naar binnen. Ik weet niet of je daarna tegen gesloten
deuren aanloopt. Maar hoe dan ook, het is verboden.
Bij Germonville staat een oud vervallen Frans monumentje uit 1916 in een mooi wit boerenland. Het is opgericht door het 'territoriaux du 42e R.I.T de Toul'. Frederic heeft de bosjes er omheen wat gekapt, meer eer valt er niet aan te behalen. Deze heeft zijn beste tijd gehad helaas. Jammer dat dergelijke monumentjes volkomen in de vergetelheid raken. Ligging is wel mooi trouwens. Het monumentje is het enige zichtbare dat rest van een voormalig Frans militair kerkhof. Aan het einde van de oorlog bestond het kerkhofje uit 181 graven. Zij zijn na de oorlog door de familie meegenomen of overgebracht naar de Nécropole Francais de Esne. In 2016 was de bekleding inclusief letters voor een groter deel nog aanwezig en zichtbaar. Dat ligt er nu op een hoopje onder. Waarschijnlijk geen criminaliteit deze keer maar er gewoon afgevallen.
Vervolgens naar een monumentje dat we toevallig op de kaart zien staan, aan de andere kant van het gehucht. Als we weggaan strijken een groot aantal ganzen (?) neer in het weiland voor ons. Die hebben zich vast in de temperatuur vergist. Mooi foto momentje (voor een zoomlens dan).
En dan weg van het front. We gaan naar Thionville in Lotharingen. Tot 1918 lag dit in Duits gebied en werd het Diedenhofen genoemd. Dit stadje is versterkt met forten en in de eerste wereldoorlog werden tussen de forten versterkingen in de vorm van diverse bunkers gebouwd. Thionville ligt aan de Moezel. Een zijriviertje daarvan heet de Kiesel, het ligt noordelijk van de stad. Aan de Kiesel staan vele bunkers, de meeste met opschrift. Veel kleinere bunkers gelijk aan de Kiesel, twee manschappenbunkers daar net achter. Hier is tijdens de oorlog niet gevochten. Wel zijn de Amerikanen tijdens de tweede wereldoorlog bij hun bevrijding van West Europa langs Thionville getrokken om de Duitsers te verdrijven (alweer). Goede informatie vind je in het boek van Eric Pierret, ‘La Grande Ceinture Fortifiée de Thionville 1914-1916’.
Een van de twee manschappenbunkers heeft een wel erg mooi opschrift. Veel bunkers liggen in de bramenstruiken, ook die met de mooie versiering. Alleen daar is er een klein padje naar de versiering gemaakt. Op weg naar deze bunker schieten een drietal herten het weiland in. De grote bunker is binnen wel goed toegankelijk.
Hertjes schieten de wei in |
Aan de andere kant van weg ligt het Bois de Genfer, het Genfer wald. Ook hier weer vele bunkers waarvan een paar grote. Ook deze zijn goed toegankelijk van binnen.
En dan is dat weer het einde van een paar mooie en intensieve dagen. Op naar huis en op naar de volgende keer.