We zijn weer een weekendje richting Verdun en omgeving
geweest. Ideale omstandigheden, lekkere wandeltemperatuur van 18 à 20 graden en
geen wolkje aan de lucht. La vie est belle.
Eerste stop is in het dorpje Mangiennes. Achter een hek,
dat je links en rechts kunt passeren, staat, verscholen in een klein straatje,
nog een Duitse watertoren. De watertoren is in slechte staat.
In het weiland voor Billy-sous-Mangiennes staan
een drietal nooit afgebouwde viaducten. Inmiddels heb ik begrepen dat deze zijn aangelegd in het interbellum ten behoeve van de ligne stratégique. Geen wo1 dus, jammer maar helaas. De huidige bestemming is duidelijk, de koeien hebben het in gebruik genomen!
Net voor Muzeray staat in het veld een grote Duitse
watertoren met houten puntdak. Na de oorlog werd alles wat Duits was
verwaarloosd, ook deze watertoren. Begrijpelijk, maar waarom het goede niet
alsnog gebruiken. De watertoren voorzag het hele dorp van water. Het
verslechtert nu zienderogen. Op de foto van Tommy van Doorn uit 2010 lijkt het
houten dak nog compleet, die is nu al deels weg. De poten van de ladder zijn
van de sokkel losgekomen, slijtage of doorgezaagd?
Camp Marguerre ligt in de bossen nabij Loison.
Het was een uitgestrekt Duits kamp waarvan het doel voornamelijk de fabricage
van (steeds betere) betonnen producten was. De BEFA stond onder leiding van
Marguerre. Zijn woning is van een mooi opschrift voorzien en redelijk goed
bewaard gebleven. Er werd geëxperimenteerd met het maken van bunkers,
verblijfplaatsen etc. Door het kamp heen lagen betonnen looppaden. Er zijn
meerdere bunkers en verblijfplaatsen bewaard gebleven. Nog voordat je het kamp
bereikt, zie je aan de rechterkant een badhuis en waterreservoirs.
Van het Gersdorflager is niet veel bewaard
gebleven. Wat wel is bewaard gebleven is de telefooncentrale. Op de voorgevel
is nog het sierlijke opschrift zichtbaar, Fernsprech amt. Gemaakt door het RIR6, hetzelfde regiment als die in het Litzmann lager bij Gincrey (zie hierna).
Voorzien van een rij isolatoren aan de buitengevel en uit de muur zie je nog koperdraden verschijnen. Net achter het Fernsprech amt liggen nog wat restanten van een bunker.
Voorzien van een rij isolatoren aan de buitengevel en uit de muur zie je nog koperdraden verschijnen. Net achter het Fernsprech amt liggen nog wat restanten van een bunker.
Ook in het Bois de Gincrey liggen nog
verstevigde stellingen en bunkers. Ik heb begrepen dat dit het Litzmann lager was, en aangelegd door het RIR6. Met name ligt er een mooi bewaard gebleven betonnen
stelling met een ingebouwde, stalen escargot als observatiepost. Uniek
exemplaar met uitkijk op de velden voor Gincrey. Er vlak naast ligt een bunker
met een enorm dik dak.
Tot mijn grote verrassing blijkt ook deze stelling afgelopen winter te zijn schoongemaakt door Fréderic Radet. Chapeau!
Tot mijn grote verrassing blijkt ook deze stelling afgelopen winter te zijn schoongemaakt door Fréderic Radet. Chapeau!
Foto Fréderic Radet |
Op de oude Duitse begraafplaats van Azannes
staat nog de oude toegangspoort van de begraafplaats.
In de bossen rondom Verdun lagen vele Franse en
Duitse kampen. In een van die bossen hebben we een van deze Duitse lagers
bezocht. Het was een groot lager met blinkstelle, bunkers, stolleningangen,
(gebetonneerde) tunnels, diepe loopgraven. En een dassenburcht. Dat is dan ook
de reden dat ik deze locatie niet deel en meer of minder bekende namen hier niet zal
noemen. De dassenburchten zijn beschermde locaties en we hebben er toevallig
ook een aangetroffen in de buurt van een bunker.
Het bos is lang in Duitse handen geweest. Er
zijn volop bosbouw werkzaamheden aan de gang, maar een groot deel van het bos
is redelijk ongeschonden en ook redelijk goed begaanbaar (gelukkig). Het bos is
zó groot dat je vele dagen nodig hebt om alles te zien. En dan nog. Zoveel tijd
hadden we niet, we hebben een hele middag daar rondgesjouwd. Speuren, kaarten vergelijken,
zoeken. Alle voorbereidingen moeten nu hun vruchten gaan afwerpen. Leuk!
En de (een) dassenburcht
Wij zijn niet op zoek naar bodemvondsten. Voor
mij is de voorbereiding, het zoeken, het vinden en het fotograferen het
voornaamste doel van onze tochten. En natuurlijk de gezelligheid. Voor ons dan
ook geen metaaldetectors of graaf materieel. Maar uiteindelijk hebben we toch
nog een leuke vondst(je) gedaan. Een klein, rond, gedeukt, tinnen blikje met
daarop de tekst Savon Dentifrice Gibbs Paris. Al googelend bleek het al snel
te gaan om een blikje waarin een roze blok tandpasta moet hebben gezeten. Je
moest er met je tandenborstel over wrijven zodat het ging schuimen en dan kon
je je tanden er mee poetsen. Ik heb nog advertenties uit 1915, 1916 en 1917
gevonden op het internet. Hoewel het een Engels bedrijf was, produceerde en
adverteerde het ook in Frankrijk. De advertenties uit 1915 en 1916 kun je hier zien.
Helemaal in de trant van de oorlog vind ik, met name die uit 1915. Mij is niet duidelijk welke troepen
dit hebben achtergelaten. Het kunnen de Franse of Amerikaanse troepen zijn,
maar ook de Duitse troepen kunnen het in Frankrijk gekocht hebben. Maar wel een
leuk spoor van het soldatenleven. Waarde economisch verkeer €0,00.
1915 |
1916 |
Daarnaast nog een soort in de bodem verdwenen
“metalen flesje” gevonden. Die hebben we lekker laten zitten, we hebben de foto
wel aan Jean Paul laten zien. Hij gaf aan dat het maar goed was dat we het “metalen flesje met vreemde
dop” hadden laten zitten. Ons gevoel was goed, het was een nog scherpe
shrapnel granaat, de rest zat nog in de bodem verscholen..
Museum Romagne 14-18, voor de 5e
keer inmiddels. Maar het museum is afgelopen winter verbouwd. Nog steeds
dezelfde goede sfeer, wat mij betreft een topmuseum, anders dan andere. Jean
Paul timmert flink aan de weg, vorig jaar heeft hij al meer dan 11.000
bezoekers geteld. Leuke gast, hij laat je thuis voelen en hij vertelt graag.
Verhalen
over de verbouwing van het museum, de publiciteit die het museum recent heeft
gekregen. O.a. over het interview met de zwaar beveiligde Charlie Hebdo
journalist. Triest. In de tuin van het museum, in het zonnetje, een bakkie
gedaan waar (een andere) Charlie druk doende was deuren te verven.
Tegenover
het Duitse kerkhof te Apremont lag voorheen het Borrieswalde lager. Een groot
ruhelager waar slaapplaats was voor ca. 1000 manschappen. Inclusief lazarett,
wasgelegenheid, keukens, kino, blinkstelle, stollen, paardenstallen etc. De
barakken in het kamp lagen op een natuurlijke helling, op 3 verschillende
terrassen met voor de barakken een straatje. Er loopt een beekje vanuit de
helling het kamp uit.
Enkele
jaren geleden heeft er archeologisch onderzoek plaatsgevonden waarover je hier
meer informatie kunt vinden. Daarnaast is er ook een grote opruim actie geweest,
begreep ik. Daarbij zijn vele aanwezige flessen etc. geruimd. Beetje jammer..
Achter het kerkhof lagen ook delen van het kamp, zoals de blinkstelle, de
haubtverbandplatz, het bahnhof. Daar zijn we deze keer niet aan toegekomen.
Het
lager is goed bereikbaar en op de terrassen zijn de uitsparingen voor de
barakken nog goed zichtbaar. Her en der liggen nog flessen, intact en gebroken
en wat ander klein spul. Leuk om rond te wandelen.
In 2006 hebben een paar gepassioneerden de
Ouvrage de la Falouse aangekocht. De eerste drie foto's zijn van 2006. De toestand waarin de Ouvrage dan verkeert is vergelijkbaar met hoe de meeste forten er nu nog steeds bijliggen. Inmiddels is de Ouvrage mooi
gerestaureerd en opgeknapt. Op de Ouvrage is tijdens de oorlog geen enkele
granaat gevallen. De toegangspoort is tijdens de tweede wereldoorlog, vanwege
operatie Todt, bij de scharnieren losgezaagd en meegenomen naar Duitsland om te
worden hergebruikt in de oorlogsindustrie. In het fort zelf hebben de poppen
synthetische kleding en al het andere is ook nagemaakt, niets is echt. Door de
vochtigheid zou alles te snel weer aangetast worden. Heel mooi gedaan.
Nog even gesproken met Fred, een van de
eigenaren. Fred is Fréderic Radet, een van de schrijvers van het (cult)boek La
Face Cachée. Als andere hobby maakt hij, met enkele kompanen, bunkers schoon
die in de bossen rondom Verdun liggen. Hij verwees ons naar een bosje vlakbij
de Ouvrage waar op dat moment de eigenaar bomen aan het snoeien was. Als we
aangaven dat we door Fred gestuurd zijn, mochten we de bunker op dat terrein
wel bezichtigen. Ook die bunker is schoongemaakt door hem. Zo gezegd zo gedaan.
Foto Fréderic Radet |
Foto Fréderic Radet |
Foto Fréderic Radet |
De vriendelijke eigenaar van het terrein wees ons gelijk de weg naar de
afgelopen winter schoongemaakte bunker (abri LFD1 volgens een post op het Franse forum). Een erg groot exemplaar voor een bunker. Meer een
kruising tussen een klein fort en een bunker. Dan zie je gelijk wat een zwaar
werk het moet zijn om een verwaarloosde bunker (en wat te denken van een heel
fort!) weer schoon te maken en op te knappen. Grote bomen moeten omgezaagd worden
en verwijderd. Van vuil, mos en planten ontdaan worden. Maar dan heb je
ook wat. De bunker is ook van binnen spik en span. Aan de voorkant zijn twee
uitsparingen voor toiletten (?), daarvoor ligt nog de vering van een bed,
roestig maar intact. Bunker is gebouwd in 1908 en deels met stenen opgetrokken.
De bunker ziet er als nieuw uit, ook deze heeft weinig geleden door
granaatinslagen. Op de eerste foto zie je hoe de abri er afgelopen december nog bij lag.
December 2016, foto Fréderic Radet |
April 2017 |
Op Le Moulin de Rouvre tenslotte, was een Duits
ruhelager gevestigd met bahnhof, ontluizingsstation, lazarett etc. Op het erf was
helaas niemand aanwezig. Vanaf het erf zijn de bouwvallige officierswoning en
een barak ervoor zichtbaar. In die barak staat een tentoonstelling van in het
lager aangetroffen spullen. Uiteraard zijn we weggegaan maar wel jammer dat er
niemand aanwezig was. Volgende keer maar weer een nieuwe poging wagen. Dommage.
Tenslotte met, wederom, een voldaan gevoel naar
Maastricht gereden voor de traditionele afsluiter, lekker eten op het Onze
Lieve Vrouwe pleintje. In november weer.