Een
Argonnertrip in een wat meer winters landschap deze keer. Geeft mooie
sfeerbeelden en ook meer scherptediepte aan bijvoorbeeld loopgraven. Een paar
dagen eerder was er flink wat sneeuw gevallen wat tot moeilijk begaanbare wegen
leidde. Toen wij aankwamen was het inmiddels weer goed te doen. Aan de
oostelijke kant van het woud, zoals Borrieswald, en rondom de Haute Chevauchee
lag af en toe nog flink wat sneeuw maar aan de westelijke kant, bijvoorbeeld
Servon, was alles nagenoeg verdwenen.
We
zijn aangelopen vanaf de Haute Chevauchee, via Croix St. Pol, met als eerste
doel de Route Marchand, onder La Fille Morte en Bolante. Een tocht door
schitterende natuur en langs allerlei Franse schuilplaatsen in de rotsen en
diverse mortierstellingen voor o.a. een 58-er en ook een betonnen bedding van
een 240 geschut. Al gelijk op het aanlooppad vinden we een grote granaat
rechtop staand in de bevroren ondergrond. Als er al een waarschuwingsteken
aanwezig was, is deze met de sneeuw niet zichtbaar..
Vanaf
de Route Marchand zijn we het Ravin Sec ingedraaid. Op de helling vindt je daar
de plaquette van Jules Ménager. Meer informatie over Ménager kun je vinden op de website die zijn kleinzoon bijhoudt. Hij is ook degene die deze plaquette geplaatst heeft. Jules Ménager is op 23 november 1914 vermist geraakt, 13 dagen later werd zijn zoon geboren. De zoon heeft lang gezocht naar de historie van zijn vader en de kleinzoon zet dit voort. Mooi.
Vanaf het Ravin Sec de steile helling omhoog geklauterd. Steil en glad.. Eenmaal boven kriskras over Bolante koers gezet richting het Croix Augustin Maurin, die op 9 maart 1915 is verdwenen. Daar de lunch genuttigd. Gehavend gebied met mijnkraters, oorlogstuig, tunnels, schachten, granaten, hertenkeutels.. Daar kun je verdwalen.
En dan op zoek naar het hoofddoel van deze trip, een restant van een deur die in de loopgraaf heeft gestaan. Deze deuren waren van hout (met metaal er in verwerkt). Na 100 jaar is daarvan niet veel overgebleven. Het is daarom een tamelijk uniek overblijfsel uit de loopgravenoorlog. Zoals overal in de Argonne zijn ook hier bosbouw werkzaamheden bezig. Ik heb gehoord dat de DEA de bestaande deur gemarkeerd heeft als "schützenswert" en afspraken heeft gemaakt met de lokale bosbouwers dat deze objecten worden ontzien bij de kap werkzaamheden. Hopelijk houden zij zich aan deze afspraken. Vooralsnog wel in ieder geval, hij staat er nog hetzelfde bij als in voorgaande jaren. In het laatste boek van Wim Degrande, "Focus Friedhof Borrieswalde", wordt een verslag van het Franse R.I. 98 aangehaald waarin deze deuren in hun werking worden beschreven (blz 10). Het betreft in dit geval een Franse deur:
".. hadden de dubbele schildwachten een uur voordien hun voorste postenlinie verlaten en hadden ze zich via de communicatieloopgraven naar de volgende parallelle linie teruggetrokken, waarbij ze de deuren achter zich sloten."
Toch weer een extra obstakel zo'n deur
Met een voldaan gevoel kriskras over Bolante richting Croix Monnier en de Haute Chevauchee.
Het einde van de dag nadert. Vanuit Servon richting Autry kom je langs de Divisions Gefechtsstand bij La Mare aux Boeuf. Vaak langs gereden, nooit van dichtbij bekeken. Nu toch maar eens uitgestapt. Het bos(je) er omheen is in ieder geval behoorlijk uitgedund... goed zicht zullen we maar zeggen.
Nog een fotomomentje op de Friedberg. Daar staat de blinkstelle die de omslag van Tussen Aire en Aisne, van Wim Degrande, siert. Heel mooi exemplaar en we hadden geluk met de ondergaande zon.
En nu richting het hotel in Apremont voor een welverdiende Leffe. 's Avonds nog op visite bij Marij & Louis. Gezellig. Einde van een fantastische dag.
De volgende dag wilden we eerst het Borrieswalde lager en omgeving verkennen. Echter, daar lag nog volop sneeuw. Al snel besluiten we om daar niet langer te blijven en het Borrieswalde lager een andere keer te bezoeken.
Het er tegenover liggende Borrieswalde Firedhof is een echt walfdriedhof uit de tijd van de oorlog.
Op het forum hadden we een mooie post gelezen over de verschillende lagers naast Servon. Deze lagers liepen van Servon tot aan de weg Vienne le Chateau-Binarville. De bossen daar zijn redelijk ondoordringbaar maar niet heel erg diep. Je kunt grote stukken buiten het bos om over het veld lopen, om het bos in te duiken ter hoogte van de bunkers. Minpuntje waren de jagers die erg actief waren. In deze bossen liggen echt mooie bunkers verscholen. Waaronder de wit uitgeslagen halfronde blinkstelle, Burg Stolzenfels, de zandzakkenbunker met een voorkant die me gelijk aan een uil deed denken. Een inmiddels geruimde Duitse begraafplaats met trapje naar een stèle. En nog vele, vele andere.. Heel mooi, heel ondoordringbaar en heel veel zoekwerk.
Lager B en C
De wit uitgeslagen halfronde blinkstelle. Daar vlakbij een bunker ter hoogte van het maaiveld met twee diepe schachten met trapje.
Aan de rand van het bos het zandzakkenbunkertje
Ten westen van Servon is op Aisne Schanze nog een prachtige blinkstelle bewaard gebleven.
En daarmee was deze trip weer bijna ten einde. Mooie en bijzondere restanten van de eerste wereldoorlog gezien. En vooral .. gezellig geweest.
Op de terugweg nog één laatste stop langs het Champagne monument in Brières. In april mogen we weer!